In samenwerking met Johan van Kempen van Beeldland, de provincie Utrecht en RTV Utrecht heeft de Stichting Utrechts Industrieel Erfgoed (USINE) de afgelopen maanden een vierdelige documentaire voorbereid onder de naam ''Gebruikte stenen''. Uitgangspunt voor de documentaire is het industrieel verleden van onze provincie en het erfgoed dat daarvan nog in diverse plaatsen te zien is.
De eerste delen zijn klaar en de uitzendingen op RTV Utrecht zijn al snel, de komende weekenden van oktober en de eerste van november:

De uitzending begint steeds op zaterdagochtend en gaat door tot en met de zondag. Zoals op zaterdag 15 oktober om 8.10 uur met een herhaling op ieder tweede uur, dus 10.10, 12.10 etc. tot zondagnacht.
De informatie op de site van USINE over industrieel erfgoed was een goede basis voor dit programma. In ''Gebruikte Stenen'' is ook veel historisch beeldmateriaal verwerkt. Interviewster Nadya Sewradj bezoekt een selectie van deze bijzondere gebouwen en bouwwerken met een rijke geschiedenis. Zij spreekt met deskundigen en (oud-) medewerkers die laten zien hoe belangrijk de gebouwen en bedrijven zijn als cultureel erfgoed en wat hun maatschappelijke, sociale functie is geweest. Verschillende plaatsen in de provincie komen aan bod.
Wij wensen u veel kijkplezier, met vriendelijke groet,
Het bestuur van USINE

De Luchtwachttoren ''701''  in het Groningse  Warfhuizen heeft € 100.000 gekregen van het Prins Bernhard Cultuurfonds. Met dat bedrag lijkt de 14 meter hoge wachttoren van de ondergang gered.

De ''701'' werd tot in de jaren zestig gebruikt als militaire waarnemingspost. Vanuit die post konden tijdens een eventueel gewapend conflict met de Sovjet Unie vroegtijdig vliegtuigen gespot worden die onder het bereik van de radar zouden vliegen.

Van de luchtwachttoren is alleen het casco overgebleven. De trappen en vloeren zijn uit veiligheidsoverwegingen weggehaald. In overleg met de particuliere eigenaar heeft de lokale stichting Luchtwachttoren 701 het initiatief genomen om de toren als historisch militair monument te behouden.

Na restauratie wil de stichting het Groninger Landschap de luchtwachttoren overnemen en openstellen voor publiek. Daarvoor is 200.000 euro nodig, waarvan het grootste deel nu binnnen is. Voor het resterende bedrag gaan beide partijen verder met fondsenwerving. De restauratiewerkzaamheden beginnen naar verwachting in 2016. De luchtwachttoren in Warfhuizen is een van de laatste 15 luchtwachttorens die Nederland nog telt.

De IJsselcentrale in Zwolle - ook bekend als de Harculo-centrale - staat op de nominatie om te worden gesloopt. Gedeputeerde Staten van Overijssel hebben daar een vergunning voor afgegeven. De sloopt begint dit jaar. „Als alles meezit willen we na de zomer beginnen”, vertelt woordvoerder Michael Verheul van Engie Energie Nederland, de huidige eigenaar van het complex..

Op vrijdag 28 oktober organisieert FIEN in Nieuw Landerfgoedcentrum in Lelystad een studiemiddag over historisch waardevolle kanalen. Aanleiding is de verschijning van het eerste boek over dit onderwerp, getiteld `Nederland-Kanalenland’, dat aan het eind van deze middag wordt gepresenteerd. Een reis langs 12 kanalen, in elke provincie één, die samen het beeld schetsen van de historie, betekenis en belang van kanalen. De publicatie is gebaseerd op de expositie, die auteurs Hans Buiter en Roger Raat in 2011 samenstelden voor de succesvolle World Canals Conference in Groningen. Het bestuur van FIEN nodigt u daarom van harte uit om deel te nemen aan deze studiemiddag.

Het programma ziet er als volgt uit.

13.30 : Inloop, registratie, koffie

14.00 : Opening door dagvoorzitter Erik Nijhof, voorzitter FIEN

14.05 :   Akke de Vries-Oosterveen: de waterfabriek Breda; werken en leven op en langs de Zuid-Willemsvaart 

14.30: Michiel Gerding, historicus: Nieuw leven voor oude Drentse kanalen

14.55 : Marloes Bijlsma, adviseur ruimtelijke ordening en cultuurhistorie Rijkswaterstaat: Kijk op de ruimtelijke kwaliteit van kanalen

15.20 : Pauze

15.50 : Hans Buiter, historicus, werkzaam als verenigingshistoricus bij de ANWB en Roger Raat, geograaf, werkzaam bij de gemeente Moerdijk:

Op reis door Nederland langs twaalf kanalen

16.15: aanbieding eerste exemplaren Nederland-Kanalenland aan Marleen Maarleveld, directuer Stichting Waterrecreatie Nederland en aan Marloes Bijlsma, adviseur Rijkswaterstaat

16.30 : Afsluiting door de dagvoorzitter

Napraten met borrel en mogelijkheid het boek tegen eenmalige korting aan te schaffen bij Stokerkade Cultuurhistorische Uitgeverij.

- Aanmelden -

Handgeschilderde affiches van Hooghoudt, de grote koffieblikken van TikTak en Rojo ranja. Menig Groninger kent ze vanuit zijn of haar jeugd of vanuit de tijd van ouders en grootouders. Binnenkort passeren deze en nog meer reclame-uitingen de revue in een nieuwe expositie in het Noordelijk Scheepvaartmuseum in Groningen.

Die tentoonstelling, Made in Stad 5 Groninger bedrijven - 100 jaar reclame, duurt tot en met 20 november 2016. Behalve van Hooghoudt, Tiktak en Ranja zijn ook reclame-uitingen van Koninklijke Theodorus Niemeyer en fietsenfabriek Fongers te bewonderen.

De bedrijven waren voor grote betekenis voor de stad maar verkochten hun producten in heel Nederland en daar buiten. Kunststijlen als Jugendstil, Art Deco en de jaren ‘50-stijl zijn volgens het Scheepvaartmuseum herkenbaar in reclameborden van Niemeyer en de handgeschilderde affiches van Hooghoudt. ,,Fongers liet nationaal bekende kunstenaars hun reclamemateriaal ontwerpen.’’

De keuze voor een nostalgische expositie rond Groninger bedrijven heeft volgens een woordvoerder van het museum te maken met een nieuwe koers. ,,Dat betekent dat het museum steeds meer aandacht schenkt aan geschiedenis van handel, nijverheid en industrie en de verhalen van de gewone Stadjer.’’

Made in Stad is samengesteld in samenwerking met de Groninger Archieven, GAVA, het Groninger Museum, museum Het Behouden Blik en de bedrijven zelf.

Na afloop van de FIEN-studiemiddag in Erfgoed Centrum Het Nieuwe Land in Lelystad, waar gisteren het boek ''Nederland Kanalenland'' werdt gepresenteerd, is oud-FIEN-voorzitter Peter Nijhof geridderd. Uit handen van burgemeester Ina Adema van Lelystad ontving Nijhof de koninklijke onderscheiding vanwege zijn baanbrekende werk op het gebied van industrieel erfgoed.

Hij is nu ridder in de orde van Oranje Nassau. 

In onderstaande link is een opname van Omroep Flevoland te zien, over de uitreiking van de koninklijke onderscheiding aan Peter Nijhof

http://www.omroepflevoland.nl/nieuws/141054/lelystad-koninklijke-onderscheiding-voor-peter-nijhof

De Luchtwachttoren ''701''  in het Groningse  Warfhuizen heeft € 100.000 gekregen van het Prins Bernhard Cultuurfonds. Met dat bedrag lijkt de 14 meter hoge wachttoren van de ondergang gered.

De ''701'' werd tot in de jaren zestig gebruikt als militaire waarnemingspost. Vanuit die post konden tijdens een eventueel gewapend conflict met de Sovjet Unie vroegtijdig vliegtuigen gespot worden die onder het bereik van de radar zouden vliegen.

Van de luchtwachttoren is alleen het casco overgebleven. De trappen en vloeren zijn uit veiligheidsoverwegingen weggehaald. In overleg met de particuliere eigenaar heeft de lokale stichting Luchtwachttoren 701 het initiatief genomen om de toren als historisch militair monument te behouden.

Na restauratie wil de stichting het Groninger Landschap de luchtwachttoren overnemen en openstellen voor publiek. Daarvoor is 200.000 euro nodig, waarvan het grootste deel nu binnnen is. Voor het resterende bedrag gaan beide partijen verder met fondsenwerving. De restauratiewerkzaamheden beginnen naar verwachting in 2016. De luchtwachttoren in Warfhuizen is een van de laatste 15 luchtwachttorens die Nederland nog telt.

De IJsselcentrale in Zwolle - ook bekend als de Harculo-centrale - staat op de nominatie om te worden gesloopt. Gedeputeerde Staten van Overijssel hebben daar een vergunning voor afgegeven. De sloopt begint dit jaar. „Als alles meezit willen we na de zomer beginnen”, vertelt woordvoerder Michael Verheul van Engie Energie Nederland, de huidige eigenaar van het complex..

Het gebeurt maar zelden dat er een publicatie verschijnt over industrieel erfgoed ,waarbij er sprake is archeologisch onderzoek naast archief onderzoek. In deze studie  over de gasfabriek van Arnhem is dat het geval. Bij herbestemming van het oorspronkelijke terrein en dat van de PGEM  voor o.a. woningbouw was natuurlijk bodemsanering een vereiste en diende er gegraven te worden. Dit is een combinatie die we helaas niet al te vaak tegen komen.

Het boek geeft naast een inleiding over stadsgas en gasfabrieken, de geschiedenis van de gasfabriek aan de Westervoortsedijk, een plek waar meer dan honderd jaar het Arnhemse gas vandaan kwam.  Het blijkt dat Arnhem toch wel tot de grotere gasfabrieken gerekend kon worden en werd dan ook regelmatig uitgebreid. In de jaren twintig hoopte men dat door de mogelijke kolenwinning in de Achterhoek men makkelijk en relatief goedkoop gas kon krijgen, toen dit definitief van de baan was werd er sterk ingezet op uitbreiding . De gasfabriek werd in de oorlog gebombardeerd en de slag om Arnhem in 1944 zorgde er voor dat de schade groot was. Direct na de bevrijding werd met het herstel en uitbreiding begonnen en in 1955 kwam er nog een gashouder bij vanwege de  nieuwbouw wijken.  Op 15 maart 1960 werden de laatste kolen vergast  en ging men over op aardgas. Het terrein werd langzaam ontmanteld en verloor zo haar functie. Bij de sanering  opgravingen verricht  om  te lokaliseren , mede ook aan de hand van bestaande tekeningen en archivalia wat er nog in de ondergrond aanwezig was.  Er werden nog duidelijk resten van bebouwing en sporen van de gashouders aangetroffen. Het boek is  goed voorzien van illustratie materiaal en een lijst met verwante literatuur. Opmerkelijk is dat hier het PIE-Rapport nummer 26 (1996) van J.H. Waszink, Gasproductie en gasdistributie en  ontbreekt. Uitstekende verhouding prijs/kwaliteit.

M. Defilet e.a. – De Arnhemse gasfabriek: geschiedenis en archeologie van de gasvoorziening

Utrecht, Matrijs, 64 p.; ill., lit. opgave

Arnhemse Monumenten Reeks deel 31

ISBN 978 90 5345 520 3 / Prijs € 9,95

Erfgoedvereniging Heemschut pleit in een brief aan B&W van Enschede voor behoud van een 19e-eeuwse gietijzeren brug op alternatieve locaties. Prorail heeft voorgesteld om de brug in de fietsroute langs de Euregioweg te plaatsen. Hierdoor kan er een ongelijkvloerse kruising aangelegd worden (Euregioweg – spoorlijn Enschede-Gronau). De raad moet hierover nog besluiten, maar er gaan stemmen op dat dit financieel niet aantrekkelijk is.

De brug ligt al enige tijd op de gemeentewerf opgeslagen en het Spoorwegmuseum is betrokken bij het zoeken naar een oplossing om de brug te kunnen behouden. Voor dit waardevolle erfgoed zijn wel degelijk mogelijkheden!

Heemschut ziet ook nog meer opties:
– Laat de brug onderdeel zijn van een gepland fietspad van de Eschmarker fietsroute in de omgeving van de Oostweg in Enschede. Een voorstel dat mogelijk tot een bezuiniging zou kunnen leiden.
– De brug zou een waardevolle en passende verbinding kunnen zijn tussen de wijk De Laares en de Performance Factory, en de wijk De Bothoven. Aan te leggen over de spoorlijn Enschede-Gronau. De gietijzeren brug vormt een stedenbouwkundig ensemble met andere voorbeelden die er nog te vinden zijn van de ontwikkeling die er in die periode langs de spoorlijn heeft plaatsgevonden. De (her)plaatsing van de brug sluit aan op het beeld van de renovatie van delen van de voormalige textielindustrie in de Performance Factory en van het winkelcentrum Lage Bothofstraat.

De door ons aangedragen oplossingsrichtingen zijn het overwegen én bestuderen waard. Deskundige hulp voor een zorgvuldige afweging is aanwezig. Bij organisaties als Spoorwegmuseum, Historisch Railvervoer Nederland (HRN), de landelijke koepel van museale railvervoerorganisaties maar ook bij de Museum Buurtspoorweg Haaksbergen-Boekelo. Ons dringend verzoek voor nu is: Denk niet direct aan verschrotting van deze historische gietijzeren brug. Vernietiging van ons waardevolle culturele erfgoed is immers nooit meer terug te draaien!

Renovatie Deventer gasfabriek (foto M.overbeek, 14-12-2016)

De gebouwen van de voormalige Deventer gasfabriek aan de Zutphenseweg, worden momenteel verbouwd en gerenoveerd. De voormalige bedrijfsgebouwen, waaronder het ketelhuis, het apparatenhuis en het metergebouw, zijn na de sluiting van de gasfabriek behouden gebleven en op de gemeentelijke monumentenlijst geplaatst. Volgens een plan van het ArchitectenLab -Deventer worden de gebouwen herbestemd tot diverse bedrijfsdoeleinden, waaronder een ambachtelijke bierbrouwerij. De uitvoering van dit bijzondere herbestemmingsproject ligt bij aannemer van Norel Bouwgroep. De bedrijfsgebouwen zijn in 1909 gebouwd in de overgangsstijl, met Berlagiaanse stijlkenmerken.

Het gebouwen-ensemble van de Deventer gasfabriek is voor Nederlandse begrippen gaaf en uniek te noemen. Van alle gebouwen die ooit tot de gasfabriek behoorden, is ca. de helft van de bijgebouwen en personeelswoningen na de sluiting van de gasfabriek in 1966 behouden gebleven. Met de uitvoering van dit project is een begin gemaakt met de rehabilitatie van dit ''vergeten'' industrieterrein aan de periferie van Deventer. In de nabije toekomst zal het plangebied worden uitgebreid met het aan het terrein van de gasfabriek grenzende fabriekscomplex van Akzo-Nobel. Dit bedrijf zal de productie op deze locatie in 2017 gaan beëindigen.

http://architectenlab.nl/gallery/voormalige-gasfabriek-deventer/

       2016  was een enerverend jaar, niet alleen wat betreft de (wereld)politiek. Ook in onze kringen van het industrieel erfgoed is weer van alles gebeurd, mede op basis van acties en werkzaamheden van de verschillende industrieel e   erfgoed organisaties. Voldoende stof om weer eens, in informele sfeer, met elkaar bij te praten en weer eens met elkaar van gedachten te wisselen tijdens de traditionele FIEN-nieuwjaarsbijeenkomst.

     Deze keer hebben we een bijzondere lokatie voor u in petto, het Zwitsalterrein te Apeldoorn. Ook al is er ter plaatse geen specifieke lokale organisatie rond industrieel erfgoed, toch vindt ook hier – zoals op talloze andere plekken i    n den lande – een transformatie van oude bedrijfsgebouwen plaats. Komt u van het station dan zal u ongetwijfeld de metamorfose van de voormalige Nettenfabriek in het oog vallen. Maar ook elders hebben fabrieken een   

     herbestemming gevonden of is de herstructurering gaande, zoals op het Zwitsalterrein. De Zwitsalfabriek was met andere bedrijven gevestigd in het industriegebied naast het Apeldoorns kanaal. Deze vaarweg bevorderde de in   industrievestiging en krijgt bij de bijeenkomst extra aandacht.

       De bijeenkomst vindt plaats in de zogeheten Beheerderswoning. Het adres: Vlijtseweg 118, 7317 AK Apeldoorn: http://zwitsalapeldoorn.nl/ondernemers/projectbureau-zwitsal-apeldoorn     

       De lokatie is goed bereikbaar met het OV en is te belopen vanaf het station (volgens Google maps: 2,2 km)

       In verband met de beperkte plaatsruimte en de catering verzoek ik u mij via de e-mail te laten weten of u komt.

G                  Globale indeling van zaterdagmiddag 21 januari 2017

13.30 uur: Inloop
14.00 uur: welkom door 'dagvoorzitter'/secretaris FIEN of gastheer/gastvrouw: korte introductie van het Zwitsalterrein

14.15 uur: nieuwjaarstoespraak Erik Nijhof, voorzitter FIEN
14.30-15 uur: lezing Rick Scholten, secretaris stichting Apeldoornse kanalen: verleden, heden en toekomst Apeldoornse kanalen...

15.00-16.00 uur: napraten, informeel samenzijn

We zijn van plan nog een 'afzakkertje’ te nemen bij de Veluwse Schavuyt: ook welkom daarbij.

http://www.veluwseschavuyt.nl/

17.00 uur Sluiting

Arnhems jongste woonwijk, het Nieuwe Kadekwartier, wordt gebouwd op het terrein van de voormalige gemeentelijke gasfabriek aan de Westervoortsedijk. Vanuit deze fabriek is de stad honderd jaar van gas voorzien. Vervuilende bijproducten van het productieproces zijn grotendeels opgevangen en voor zover mogelijk verkocht, maar een deel is in de ondergrond achtergebleven. Voorafgaand aan de bouw van de nieuwe wijk is het terrein in 2013-2014 onder archeologische begeleiding gesaneerd.

In ons land heeft nog maar weinig historisch en nagenoeg geen archeologisch onderzoek naar gasfabrieken plaatsgevonden. Dat laatste hangt samen met de vaak zware bodemverontreiniging en de – voor archeologen – ‘recente’ aard van gasfabrieken. Maar hoewel de vervuiling beperkend werkt op het verrichten van onderzoek, is dit op aangepaste wijze wel degelijk mogelijk en levert archeologisch-historisch onderzoek van gasfabrieken veel relevante kennis op over een voor steden in het algemeen belangrijke industrie. Er was dan ook reden genoeg voor de gemeente Arnhem om een van de laatste gasfabrieksterreinen in Nederland alsnog te laten onderzoeken.

In deze publicatie worden de geschiedenis van het gasbedrijf en de ontwikkeling van het gebouwencomplex beschreven aan de hand van de resultaten van het archeologisch en het historisch onderzoek. Ook worden archeologische vondsten belicht die iets vertellen over de materiële cultuur in Arnhem in de late negentiende en vroege twintigste eeuw. Verder is er aandacht voor de sanering van het gasfabriekterrein, de nieuwe woonwijk en een aangrenzend industrieel complex, het voormalige onderstation van het provinciale elektriciteitsbedrijf PGEM. De uitgave is rijk geillustreerd met historische foto's en plattegronden van de gasfabriek, en kleurenopnamen van de archeologische vondsten van gebouwen, gashouders en apparaten.

Een bijzondere publicatie, waarin voor het eerst in Nederland uitgebreid verslag wordt gedaan van een archeologische opgraving van een voormalig gasfabriekterrein.

Martijn Defilet en Mela Splinter-Dupont: de Arnhemse gasfabriek; geschiedenis en archeologie van de gasvoorzieining. Utrecht, Matrijs, 2016, 64 blz.;ill.,lit.opg. (Arnhemse Monumenten reeks, dl. 31). ISBN 978-90-5345-520-3. Prijs :€ 19,50.

Februari is Fotografiemaand bij de Bibliotheek Bibliorura in Roermond. Van 30 januari t/m 25 februari is in de Gabriël Gorriszaal de foto-expositie ‘Industriële schatten uit de Euregio’ te zien. Hier tonen urban explorers Kees de Jong en Rein Reuter het resultaat van hun recente fototochten door de regio. De opening van de expositie is op zondag 5 februari.

‘Ontdekkingstochten’, zo noemen Kees de Jong en Rein Reuter hun gezoek naar overblijfselen uit ons industrieel verleden. Urban exploring wordt het ook wel genoemd, het ‘bezoeken’, fotograferen en documenteren van verlaten gebouwen. Met grote interesse voor historie leggen Kees en Rein bezienswaardigheden uit de regio vast op de gevoelige plaat.

De foto-expositie ‘Industriële schatten uit de Euregio’ neemt u mee op reis langs historische locaties in de Euregio Maas-Rijn. Zo zijn foto’s van industriële gebouwen in Beringen, Zolder, Kerkrade, Alsdorf en Hückelhoven te zien. Tijdens de opening van de expositie op zondag 5 februari vertellen Kees en Rein over hun recente reizen en ontmoetingen onderweg. Zo willen zij u inspireren om zelf met de fotocamera op de pad te gaan en de regio te verkennen.

Opening expositie: zondag 5 februari, 14.00-16.00 uur

Locatie: Gabriël Gorriszaal, 1ste etage Bibliotheek Roermond

Toegang is gratis. Aanmelden via .

 

Peter Alma: wandschildering Amstelstation, Amsterdam (1939)

In Museum Arnhem is de tentoonstelling ''Peter Alma | Van De Stijl naar communisme'' te bezichtigen. Deze tentoonstelling is één van meerdere tentoonstellingen in Nederland om stil te staan bij het feit dat de internationale kunststroming ‘De Stijl’ in 1917 werd opgericht, volgend jaar dus 100 jaar geleden. Het feestjaar heeft de titel ‘Van Mondriaan tot Dutch Design. 100 jaar De Stijl’ gekregen.

Het overzicht dat Museum Arnhem over het werk van Peter Alma heeft samengesteld bestaat uit bijzondere bruiklenen van musea en particulieren, aangevuld met werken en persoonlijke documenten uit de collectie van de erven Alma en is voor het eerst sinds 50 jaar te zien. De tentoonstelling duurt nog tot 19 maart 2017.

Peter Alma is als lid van ‘De Stijl’ veel minder bekend dan bijvoorbeeld Piet Mondriaan, waar hij goed bevriend mee was. De abstracte vormtaal van ‘De Stijl’ vond Alma echter niet toegankelijk voor ‘de gewone man’ en daarom ontwikkelde hij een vereenvoudigde en wel begrijpelijke beeldtaal. Het was onderdeel van zijn missie als overtuigd communist om kunst voor de samenleving te maken. Zijn onderwerpen waren dan ook maatschappelijk van aard, arbeiders, kapitalisme en revolutie.

Geïnspireerd door de Russische Oktoberrevolutie ging Alma zich al snel op kunstvormen met een groter bereik, zoals houtsneden, beeldstatistiek (informatieve illustraties) en muurschilderkunst richten. Speciaal voor het De Stijl-jaar gaat de tentoonstelling in Museum Arnhem dieper in op Peter Alma’s relatie tot De Stijl en het gegeven dat overeenkomstige opvattingen over een nieuwe maatschappij tot volstrekt andere kunstuitingen kunnen leiden.

Bij de tentoonstelling verschijnt een publicatie met nieuw onderzoek naar Alma’s leven en werk, samengesteld door gastconservator Marieke Jooren.

De IJsselcentrale in Zwolle - ook bekend als de Harculo-centrale - staat op de nominatie om te worden gesloopt. Gedeputeerde Staten van Overijssel hebben daar een vergunning voor afgegeven. De sloopt begint dit jaar. „Als alles meezit willen we na de zomer beginnen”, vertelt woordvoerder Michael Verheul van Engie Energie Nederland, de huidige eigenaar van het complex..

 Den Bosch: cafe in de Koudijsfabriek

VOORAANKONDIGING

de FIEN-jaarvergadering zal dit jaar worden gehouden op zaterdag 22 april in Den Bosch, in samenwerking met de lokale stichting WINDE (Stichting Industrieel erfgoed den Bosch).

Het voorlopige programma is als volgt:

Nadere gegevens m.b.t. wijze van aanmelding volgt nog.

Studiemiddag

Woensdag 14 juni 2017, 13.30 – 17.00 uur

Hoofdkantoor ANWB, Den Haag

Veilig en snel

omgaan met de erfenis van 80 jaar autosnelweg

De Stichting Erfgoed op Weg grijpt het definitief verdwijnen van de praatpaal in Nederland aan om een middag te organiseren waarin de snelweg en in het bijzonder de veiligheid op en rond de snelweg centraal staat.

Door middel van lezingen, filmbeelden en interviews wordt een beeld geschetst van het verleden, het heden en de toekomst van onze snelwegen. Uiteraard zal de praatpaal, en andere communicatiemiddelen voor snelweggebruikers, bijzondere aandacht krijgen.

De middag is bedoeld voor iedereen die professioneel BETROKKEN is BIJ de aanleg en inpassing van snelwegen en met verkeersveiligheid maar ook voor eenieder met historische belangstelling voor de snelweg als ONMISBARE infrastructuur DIE zich de afgelopen tachtig jaar enorm ontwikkeld heeft en een flinke stempel drukt op het landschap en ons leven.

Deelname kost 15 euro. Aanmelden kan VOOR 1 JUNI 2017 via de secretaris van de Stichting Erfgoed op Weg, Fons Alkemade: 06-53540283 of secretaris@erfgoedopweg.nl.