Quantcast
Channel: Federatie Industrieel Erfgoed Nederland
Viewing all 238 articles
Browse latest View live

Studiedag Rotterdam ''Haal op die hijs!'' over havenkranen

$
0
0

 Herschaalde kopie van Rotterdam loskraan

 

Haal op die hijs!

In het Maritiem museum van Rotterdam wordt op vrijdag 27 november een studiedag georganiseerd over de plaats en het belang van het verticaal transport in de techniek- en industriegeschiedenis. Tot voor kort waren in grote havenplaatsen als Rotterdam vele tientallen kranen per havenbekken doende de voor de wal liggende schepen te laden of lossen. Tegenwoordig zijn die kranen veelal vervangen door een paar enorme containerkranen. Tijd dus om aandacht te besteden aan de geschiedenis van de kranen in het algemeen en havenkranen in het bijzonder.

De bijdrage in de kosten voor deze dag bedraagt € 30,= inclusief lunch. De opgave is defintief als de gevraagde bijdrage op de rekening van FIEN staat. U kunt zich aanmelden voor deze dag door de verschuldigde bijdrage, onder vermelding van uw naam en adres, te storten op rekeningnummer NL62 RABO 0142 6720 68 (BIC: RABONL2U) van FIEN Den Haag. Ik hoop u, mede namens het bestuur van de Nederlandse Stichting Erfgoed Kranen, de Federatie Industrieel Erfgoed en het Maritiem Museum Rotterdam op donderdag 27 november aanstaande in Rotterdam te kunnen begroeten.

Uitgebreidere informatie vindt u op de website van FIEN, daar vind u tevens de aankondiging van het congres van onze partner het MAS te Antwerpen op 13 november 2015.

Meer informatie bij de secretaris gjacobs@wxs.nl 

De studiedag wordt door NedSEK georganiseerd in samenwerking met FIEN en het Maritiem Museum Rotterdam. 09.30

Ontvangst met koffie of thee in de Verolmezaal, Leuvehaven 50 Rotterdam

10.00

Welkom door

Jur Kingma voorzitter NedSEK

10.10

Giel van Hooff:

dagvoorzitter

De kraan als onderdeel van de techniek geschiedenis.

10.20

Robert Anraad:

Behoudt van operationeel erfgoed, zoals kranen, in museaal perspectief.

10.45

Dick Anthierens:

Hijswerktuigen op spierkracht.

11.10

Jef Vrelust:

Hijswerktuigen op waterkracht.

11.35

Gerard Jacobs

: Fairbairn kranen.

12.00

lunchpauze

13.00

Henne Koster:

Stoomkranen.

13.25

Helmig Kleerebezem:

Elektrische kranen.


USINE excursie naar UTAM-garage, 12 september

$
0
0

utam1

Aan alle belangstellenden USINE,

De Open Monumentendag is zaterdag 12 september. In vele plaatsen zijn (industriële monumenten) opengesteld onder het thema van de dag, Kunst & Ambacht. USINE(Utrechtse Stichting industrieel Erfgoed) is die dag aanwezig in de U.T.A.M. Garage in de Ridderschapstraat te Utrecht en houdt daar rondleidingen. Garage N.V. U.T.A.M. Ridderschapstraat 8 werd in 1917 in gebruik genomen. De garage en het voorpand voor personeel is een ontwerp van architect D.J. Heusinkveld. In 1917 was reparatie van automobielen nog een ambachtelijke aangelegenheid, U.T.A.M. beschikte bijvoorbeeld over een eigen smederij. Het pand is geheel gebouwd naar het bedrijfsconcept van 1917 voor een garage. Binnen enkele decennia was dit bedrijfsconcept al achterhaald, hoe is het toen met de garage gegaan? Bezoek het pand en maak de rondleiding mee.

De USINE excursie in Baarn wordt verplaatst naar zaterdagmiddag 3 oktober, aanvankelijk was de bedoeling deze op 29 augustus te laten plaatsvinden. Zo vlot na de vakantie bleek dat een minder goed plan. Het wordt een fietsexcursie - met de eigen fiets of eventueel een OV-fiets worden diverse locaties bezocht met een industrieel verleden. De excursie start om 13.30 uur met een inleiding over de industriële historie van Baarn. Meld u nu al aan op dit mailadres! Nadere informatie volgt nog.

Voor iedereen graag tot zaterdag 12 september,

Bestuur USINE

 

 

Nieuwjaarsreceptie FIEN, Zwarte Silo Deventer, 16-1-2016

$
0
0

Herschaalde kopie van Deventer Zwarte Siloaug

Ook in 2015 is er weer veel werk verricht door de verschillende industrieel erfgoed organisaties. De nieuwjaars-bijeenkomst van FIEN is, ook nu weer, de gelegenheid om hierover weer eens met elkaar van gedachten te wisselen.

Deze keer hebben we in samenwerking met de Stichting Industrieel Erfgoed Deventer een programma voorbereid waarin meer dan voldoende tijd zit om met elkaar spreken.

Zoals u mogelijk weet had SIED lange tijd onderdak in de Zwarte Silo, een beeldbepalend industrieel monumentaal gebouw in het Havenkwartier van Deventer uit 1924. Dit was de eerste betonnen silo van Deventer met ruimte voor een paardenstal, zoutopslag, pakhuis en kantoor in de onderbouw. In maart 2012 werd BOEi eigenaar van het de Zwarte Silo. De silo is een gemeentelijk monument en bekend bij alle Deventenaren. Reden waarom is gekozen voor behoud en hergebruik van dit karakteristieke gebouw. Mede door bijdragen van de gemeente Deventer, de provincie Overijssel en de BankGiro Loterij kon de complexe restauratie en herbestemming van Wenink Holtkamp architecten worden gerealiseerd. Geïnspireerd door de foodcourts in het buitenland, werd de Zwarte Silo herbestemd tot Fooddock.

De Zwarte Silo is nu al een poosje publiek toegankelijk en iedereen kan dan ook van dit prachtige industriële monument genieten.

Reden voor ons om u in dit gebouw uit te nodigen voor onze traditionele nieuwjaarsbijeenkomst. Het adres van de Zwarte Silo is; Zuiderzeestraat 2, 7411 MC Deventer. Tijdens een wandeling door het gebied voorzien we u natuurlijk ook van informatie over het havenkwartier.

In verband met de catering verzoek ik u mij via de e-mail te laten weten of u komt (mailadres: secretaris@industrieel-erfgoed.nl)

Globale indeling van zaterdagmiddag 16 januari 2016

13.00 Ontvangst met koffie en thee c.a. bij ‘Fooddock’

13.30 Welkomstwoord door Jan Reijnen voorzitter FIEN

13.35 Welkomstwoord door Erik Giesbers voorzitter SIED met toelichting over het Havenkwartier.

13.45 Nieuwjaarstoespraak door Jan Reijnen, voorzitter van FIEN.

14.00 Rondleiding door het Havenkwartier met explicatie.

15.45 Borrel

17.00 Sluiting

Met vriendelijke groet

Ing. G.R. de Weger

secretaris FIEN

opsporing verzocht: welke fabriek is dit?

Subsidie PBF voor herstel luchtwachttoren Warfhuizen

$
0
0

 

Warfhuizen 3

 

De Luchtwachttoren ''701''  in het Groningse  Warfhuizen heeft € 100.000 gekregen van het Prins Bernhard Cultuurfonds. Met dat bedrag lijkt de 14 meter hoge wachttoren van de ondergang gered.

De ''701'' werd tot in de jaren zestig gebruikt als militaire waarnemingspost. Vanuit die post konden tijdens een eventueel gewapend conflict met de Sovjet Unie vroegtijdig vliegtuigen gespot worden die onder het bereik van de radar zouden vliegen.

Van de luchtwachttoren is alleen het casco overgebleven. De trappen en vloeren zijn uit veiligheidsoverwegingen weggehaald. In overleg met de particuliere eigenaar heeft de lokale stichting Luchtwachttoren 701 het initiatief genomen om de toren als historisch militair monument te behouden.

Na restauratie wil de stichting het Groninger Landschap de luchtwachttoren overnemen en openstellen voor publiek. Daarvoor is 200.000 euro nodig, waarvan het grootste deel nu binnnen is. Voor het resterende bedrag gaan beide partijen verder met fondsenwerving. De restauratiewerkzaamheden beginnen naar verwachting in 2016. De luchtwachttoren in Warfhuizen is een van de laatste 15 luchtwachttorens die Nederland nog telt.

 

Lezing over ''de haven Rotterdam'', 10-1-2016

$
0
0

 

rotterdam havens

Nai010 uitgevers nodigt u van harte uit voor de lezing ‘De Haven van Rotterdam’ in boekhandel Donner, Coolsingel 110, 3012 AG  in Rotterdam. Deze middag betreedt Dr. Marinke Steenhuis het podium om te vertellen over de kantelmomenten in de Rotterdamse haven naar aanleiding van haar nieuwe, gelijknamige boek Haven van Rotterdam. Wereld tussen Stad en Zee.

De haven van Rotterdambiedt het actuele overzicht, de ontstaansgeschiedenis én een blik in de toekomst van de haven, voor velen onbekend terrein. Het werken aan de haven is nooit klaar. Vanuit het oogpunt van economie, landschap en logistiek wordt de haven in al zijn diversiteit beschreven en getoond. Marinke Steenhuis zal de Rotterdamse havenlandschappen, hun dynamiek en het stoere imago van de Rotterdamse haven verder toelichten.

Dr. Marinke Steenhuis(1971) groeide op in Drenthe, studeerde in Amsterdam en promoveerde in 2007 bij prof. dr. Auke van der Woud op het werk van stedenbouw- en landschapspionier ir. P. Verhagen (1882-1950).

Haagse reclame-affiches tentoongesteld in de Affiche Galerij

$
0
0

 

caballero

 

Haagse reclames in de Affiche Galerij

Tot begin februari is in de Affiche Galerij in de tramtunnel nog de affichetentoonstelling te zien van reclame van Haagse bedrijven. In Den Haag zijn producten gemaakt die in heel Nederland en tot ver buiten de landsgrenzen grote bekendheid genoten. Denk hier bijvoorbeeld aan producten van de rubberfabriek Vredestein in Loosduinen. Er was ook een levendige industrie die zich bezighield met producten voor de consument. De Zuid-Hollandsche Bierbrouwerij maakte bier en frisdrank en Van der Heem fabriceerde Erres radio's... en natuurlijk de Solex. Om deze producten aan de man te brengen werden er flinke reclamecampagnes gelanceerd. De eerste helft van de twintigste eeuw is de van het affiche. Overal op straat stonden transformatorzuilen die volgeplakt waren met reclame. De stations, de trams en bussen, overal werd het straatbeeld verlevendigd met kleurrijke reclames, die de burger aan moest sporen tot kopen. Made in The Hague in posters geeft een overzicht van reclameposters! voor Haagse producten uit de periode 1870 - 1970.

De Affiche Galerij, tramstation Spui onder het kruispunt Spui/Grote Marktstraat. Dagelijks geopend van 's morgens vroeg tot 's avonds laat - gratis.

FIEN- nieuwjaarsreceptie + excursie Deventer havenkwartier

$
0
0

 Herschaalde kopie van FIEN Deventer 16-1-2016

 Op zaterdag 16-1 waren ca. dertig personen aanwezig op de traditionele FIEN-nieuwjaarsreceptie, die ditmaal in het Deventer havenkwartier werd georganiseerd.

Gastheer was ditmaal de Stichting Industrieel Erfgoed Deventer (SIED), de locatie was de onlangs gerestaureerde graansilo ''de zwarte Silo'', een van de oudste (1922)betonnen graansilo's van ons land.

Dit bijzondere industriële monument is in 2015 in opdracht van BOEI hersteld en nu getransformeerd tot een levendig ''Fooddock-restaurant'', een concept waarin startende ondernemers in de horeca een plek kunnen vinden temidden van collegá-horecaondernemers. Voorzitter Eric Giesbers van de SIED gaf in een inleiding achtergrondinformatie over de historie van het Deventer havengebied en de recente ontwikkelingen en initiatieven voor de herontwikkeling van dit industriegebied.

Daarna konden de aanwezigen via een rondwandeling kennis nemen van de diverse vormen van herbestemming van de nabijgelegen industriele monumenten, waaronder enkelee havenloodsen, die na 1946 zijn gebouwd met financiële ondersteuning via de Marshall-planhulp.

Aan het einde van de nieuwjaarsreceptie werd aan Peter Nijhof als oud-voorzitter van de FIEN, en nestor van het Nederlands industrieel erfgoed een uniek fotoboek cadeau gegeven, waarin zijn vele activiteiten als pleitbezorger voor het Nederlands industrieel erfgoed gedurende meer dan 30 jaar in woord en beeld zijn vastgelegd. 

Herschaalde kopie van FIEN deventer 2 16-1-2016 aanbieding fotoboek aan Peter Nijhof door FIEN-secretaris Geert de Weeger

 


Nieuwe stichting hijskranen opgericht

$
0
0

 

 Herschaalde kopie van groningen containerhaven

 

Het erfgoed van horizontaal transport, zoals spoorwegen, zeilschepen, oldtimers en de bruine vloot heeft zich al lang mogen verheugen in een grote en brede belangstelling. Het verticale

transport is altijd wat stiefmoederlijk bedeeld. Daar begint verandering in te komen. Sinds 2006 is een enthousiaste groep industrieel-archeologen bezig met het kranenerfgoed in

Nederland. Het was oorspronkelijk een werkgroep binnen de vereniging Bouwen met Staal. Zij was sinds die tijd bezig is met de inventarisatie van de in Nederland aanwezige, gebruikte én

gefabriceerde kranen. Daarnaast was de werkgroep betrokken bij uiteenlopende herbestemmings- of restauratieprojecten van historische hijswerktuigen. Zo leverde men vanuit

de werkgroep kennis voor de restauratie van de scheepsbouwkraan van De Schelde en van de NDSM, die ieder een eigen herbestemming hebben gekregen.

Door de werkgroep is in 2015 de Nederlandse Stichting Erfgoed Kranen, NedSEK, opgericht.

Het bestuur van de stichting NedSEK bestaat uit Jur Kingma voorzitter, Gerard Jacobs secretaris, Helmig Kleerebezem penningmeester en Ed Schulte, Giel van Hooff bestuursleden.

Extra aandacht voor de hijskranen is geen overbodige luxe. De noeste, soms ook verroeste, werkers die tillen en hijsen, leiden een wisselvallig bestaan. Enkele, zoals havenkranen, zijn

opvallend aanwezig in de openbare ruimte. Maar een groot deel is veel minder zichtbaar: van wandkraantjes in een fabriek tot een windas in een oud pakhuis. Een reden voor de

stiefmoederlijke aandacht binnen de monumentenzorg, is het gebrek aan (technische) kennis. Goede voorlichting is bij deze categorie belangrijk. Gelukkig groeien de kennis én aandacht

voor het kranenerfgoed. NedSEK stelt zich tot doel het verzamelen en behouden van kennis over het historische kranen erfgoed. Deze kennis is beschikbaar via een actuele website.

NedSEK adviseert organisaties die bezig zijn met behoud en restauraties van kranen erfgoed en verspreidt relevante kennis door middel van publicaties.

In samenwerking met de Federatie Industrieel Erfgoed Nederland, het Maritiem Museum Rotterdam en het Museum aan de Stroom MAS in Antwerpen worden door NedSEK dit jaar

twee congressen georganiseerd.

Op vrijdag 13 november wordt in Antwerpen een internationaal congres georganiseerd over de thema’s restauratie en hergebruik van historische kranen, opleiding van bedienend personeel

van historische hijswerktuigen en wat we kunnen leren van het bouwen van replica’s. Op vrijdag 27 november wordt in Rotterdam een congres gehouden over de plaats / het belang

van het verticaal transport in de techniek- en industriegeschiedenis.

Op de website van FIEN http://www.industrieel-erfgoed.nl wordt het Programma gepubliceerd.

Geïnteresseerden kunnen met vragen en suggesties terecht op www.kranenprojekt.nl 

Zij kunnen contact opnemen met de secretaris van NedSEK de heer Gerard Jacobs.

 

gjacobs2@wxs.nl.

Molenkrochtlaan 7

1861 LC Bergen (NH)

Tel: 0653 768 896

Verdwenen bedrijven in Nijkerk en Nijkerkerveen

$
0
0

boekje20verdwenen20bedrijven20nijkerk

 

In de naoorlogse jaren kenden Nijkerk en Nijkerkerveen grote, beeldbepalende industrieën. De meeste zijn nu verdwenen. Een recent boek beschrijft de oude bedrijvigheid aan de hand van persoonlijke verhalen van oud-medewerkers. 

Tabak van Gruno. De meubels van Tijsseling. De boeken van uitgeverij Callenbach. De knoopjesfabriek, melk van De Volharding. Het is slechts een greep uit de 24 bedrijven die door journalist Maranke Pater en Raymond Beekman zijn beschreven in hun boek Verdwenen bedrijven in Nijkerk en Nijkerkerveen. Grote, beeldbepalende bedrijven zochten ze, maar ook de mensen die nog iets konden vertellen over de onderneming. Van oud-directeuren tot oud-werknemers. Het delen van ervaringen en informatie via mondelinge informatie geeft het boek een prettige schwung, die past bij de bedrijvigheid van toen.

Want in de jaren na de Tweede Wereldoorlog vormden Nijkerk en Nijkerkerveen het bruisend hart van vele, grote ondernemingen. Nijkerk, gelegen aan een haven, was een belangrijke doorvoerplaats naar grotere steden in de omgeving en de afzetmarkten voor grote bedrijven. De bedrijven zorgden voor veel werkgelegenheid onder de inwoners van Nijkerk en omgeving. .

Inmiddels zijn veel van deze bedrijven verdwenen. Sommige panden, zoals chocoladefabriek De T.O.C., hebben een andere bestemming gekregen. In het grootste deel van het oude pand zijn nu woonshoppingcenter De Havenaer en enkele andere bedrijven gevestigd. Op de plek van zuivelfabriek De Eendracht staan twee woonhuizen. Een oud hek, op een klein grasveld in de buurt van het gemeentehuis, hoorde bij meubelfabriek Tijsseling. Al wat verder herinnert aan dit bloeiende ondernemersklimaat zijn straatnamen, die refereren aan deze periode van ondernemend Nijkerk en omgeving.

Het boek van Beekman en Pater beschrijft 24 bedrijven die opkwamen, bloeiden en vervolgens uitbloeiden. Welke bedrijven namen landelijk of zelf internationaal een belangrijke positie in? Ten eerste de innovatieve melkfabriek De Volharding. Dit melkbedrijf begon in 1920 met het verwerken van melk. In de jaren '80 verwierf het landelijke bekendheid met commercials, waarin Johnny Kraaijkamp senior de hoofdrol speelde. In de humoristische reclamespots 'Van IJmuiden tot Sidney' bracht hij gesteriliseerde melk aan de vrouw: 'Njam Jam Jam. Leve De Volharding uit Nijkerk.' In 1982 gaat het bedrijf verder als Coberco, daarna Friesland Foods en nu is het Arla Foods.

Een andere grote onderneming was Tijsseling. Deze meubelmakerij vond zijn oorsprong in Barneveld, waar Hermanus Jacobus Tijsseling in 1894 een timmerwinkel kocht. Al snel volgde een winkel waar prachtige, duurzame meubels werden verkocht. In 1930 verhuisde Tijsseling naar Nijkerk, waar hij een fabriek begon. Het boek vertelt dat 'in de gouden jaren van Tijsseling, van de naoorlogse jaren tot de oliecrisis in de jaren '70, er ruim 300 mensen werken in het bedrijf'.

Raymond Beekman en Maranke Pater. 'Verdwenen bedrijven in Nijkerk en Nijkerkerveen', € 24,95.

Eierhal Nijkerk, sprekend monument

$
0
0

 

Nijkerk eierhal

De eierhal aan het Molenplein in Nijkerk kent een ruim honderdjarige geschiedenis. Veel Nijkerkers hebben herinneringen aan het bijzondere gebouw, dat door de jaren heen voor tal van doeleinden is gebruikt. In de slipstream van de opening van het nieuwe Molenplein heeft Stichting Stadsgezicht Nijkerk verhalen over de eierhal gebundeld in een boek.

Diverse Nijkerkers die een band hebben met het veelbesproken bouwwerk, komen aan het woord in het boek 'Eierhal Nijkerk, sprekend monument'. Gerard van den Tweel, die zelf van 1974 tot 1995 eigenaar van het monument was, kwam al in het gebouw toen het nog voor de eierhandel werd gebruikt. ,,De prachtige taferelen van boeren die vanuit de wijde omtrek naar het Molenplein kwamen en hun waren daar op de markt kochten, de klederdrachten die toen nog gedragen werden en de manden met eieren'', mijmert de supermarktondernemer in het voorwoord. Daarmee is de toon gezet.

Dat de eierhal een roerige recente geschiedenis kent, is bij vrijwel alle Nijkerkers bekend. Ook in de beginjaren was het markante pand voer voor politieke en maatschappelijke discussie, blijkt uit het eerste hoofdstuk van het boek. De eerste eierhal, die in 1913 gebouwd werd, was geen lang leven beschoren. In oktober 1920 brandde het af, om vervolgens pas in 1927 herbouwd te worden. Discussie over de exacte locatie en verschijningsvorm zorgde er voor dat het, net als in de afgelopen twintig jaar, lang duurde voordat de eierhal, zoals Nijkerkers hem allemaal kennen, er uiteindelijk stond.

Na de uiteenzetting van de ontstaansgeschiedenis, is het woord aan een aantal Nijkerkers voor wie de eierhal, op wat voor manier dan ook, een rol heeft gespeeld in hun leven. Evert van Veldhuizen, Herman Kroon, Han Kooistra, Frans Poorter, A.F. Hof,  Aart van de Brink, Peter en Willy Klok, Harry Hamstra en Evert Buitenhuis vertellen persoonlijke herinneringen, waaruit duidelijk wordt dat de eierhal meer was dan alleen een hal waar eieren werden verhandeld. Van rommelmarkt tot sporthal en van concertzaal tot supermarkt. En tot een politiek hoofdpijndossier, dat in één van de hoofdstukken nauwkeurig wordt gereconstrueerd door Henk Brinkman, politiek verslaggever van de Stad Nijkerk.

Door de verhalen (en de foto's) van de Nijkerkers die aan het woord komen, komt het monument tot leven, en wordt duidelijk welke bijzondere rol het gebouw in het Nijkerk van de twintigste eeuw heeft gespeeld. Voor de 'oudere' Nijkerkers zal 'Eierhal Nijkerk, sprekend monument' vooral een feest van herkenning zijn, voor de iets jongere Nijkerker een onontgonnen stukje lokale geschiedenis. Hoe dan ook, de verhalen in het boek veranderen de blik op het gebouw, waar nu kledingwinkel C&A huist, voorgoed.

Eierhal Nijkerk; sprekend monument.  Nijkerk, Stcihting Stadsgezicht Nijkerk, 2015. € 14,95. Te koop in de Nijkerkse boekhandels en bij de Stichting Stadgezicht (Edward  van der Kaaij, Van Reenenpark 3).

 

Tentoonstelling ''Industrie in Princenhage (Breda)''

$
0
0

expo terugnaarde fabriek breda Princenhage: carosseriefabriek de Ley

 

Na de zeer geslaagde tentoonstelling over Vincent van Gogh en Princenhage staat de komende maanden in het Princenhaags Museum de industrie in Princenhage centraal. Suikerfabriek, HKI, Kwatta II, Etna, Saval, Carrosseriefabriek de Ley, Jamfabriek Princenhage nog een aantal andere bedrijven zijn allemaal opgericht op Princenhaags grondgebied tussen 1870 en 1935.

De tentoonstelling geeft een kijkje in de keuken van de Princenhaagse industrieën met o.a. een reclamefilmpje van de Etna uit 1929 en beelden uit 1941 laten het droogproces en de verwerking van aardappelen zien. Uiteraard ook vele foto’s en producten van deze fabrieken. Meneer Bouwmeester uit Princenhage zal zijn Peugeot 201 met Bugatti motor bij het museum zetten. Het is een uniek exemplaar omdat er maar 8 gemaakt zijn, natuurlijk bij De Ley op de Haagsemarkt op de plaats waar nu AH is gevestigd. Het is een gele auto met een Bugatti-motor. Tijdens de eerste testrit reed de coureur zich dood. Daarna is men meteen gestopt met de productie. En gemaakt bij De Ley natuurlijk De tentoonstelling “Terug naar de fabriek” is te zien in het Princenhaags Museum, Haagweg 334bis van 13.00 tot 17.00 uur op de zondag 11 oktober, 8 november en 13 december.

Bata-dorp wordt beschermd dorpsgezicht

$
0
0

     

De fabrieksnederzetting Batadorp in de gemeente Best krijgt de status van beschermd dorpsgezicht. Op 29 februari heeft de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed dit namens minister Bussemaker van Cultuur officieel bekrachtigd.

Historische foto van Batadorp met de fabriek op de achtegrond
Batadorp kort na de bouw met de fabriek op de achtergrond   foto Gemeente Best

Batadorp is bijzonder omdat het een gaaf voorbeeld is van vernieuwingen in de industrie tussen 1850 en 1940, waarbij naast verbetering van het productieproces het welzijn van de arbeider centraal stond. Niet alleen de werkomstandigheden werden verbeterd, maar de fabriek zorgde ook voor betere leefomstandigheden buiten werktijd.

De Tsjechoslowaakse schoenfabrikant Bata liet in 1933 naast de fabriek voor zijn arbeiders een dorp bouwen naar voorbeeld van de moederfabriek en het fabrieksdorp in Tsjechoslowakije (nu Tsjechië). De rationele en ordelijke opzet van het dorp zorgde voor de strakke vormgeving.

De medewerkers woonden niet alleen dicht bij de fabriek, maar ook in een betere leefomgeving. Batadorp bestond uit 130 woningen, uit sportvoorzieningen, een bioscoop, winkels, een kapper, een restaurant, een school en een boerderij. Daarnaast kwam er een toneelvereniging, een fanfare, een vrijwillig brandweercorps en een dokter. Bata bouwde overal waar het bedrijf vestigingen had dergelijke dorpen.

Vanaf de jaren 60 van de 20e eeuw verdween de schoenenproductie naar lagelonenlanden. Batadorp werd aan de gemeente Best overgedragen; de winkels verdwenen. Voor de rijksmonumentale fabriek wordt een nieuwe bestemming gezocht. De oorspronkelijke bebouwing van Batadorp is grotendeels gaaf en als industrieel erfgoed historisch van belang en krijgt nu de formele status van beschermd dorpsgezicht.

Eierhal Nijkerk, sprekend monument

$
0
0

 

Nijkerk eierhal

De eierhal aan het Molenplein in Nijkerk kent een ruim honderdjarige geschiedenis. Veel Nijkerkers hebben herinneringen aan het bijzondere gebouw, dat door de jaren heen voor tal van doeleinden is gebruikt. In de slipstream van de opening van het nieuwe Molenplein heeft Stichting Stadsgezicht Nijkerk verhalen over de eierhal gebundeld in een boek.

Diverse Nijkerkers die een band hebben met het veelbesproken bouwwerk, komen aan het woord in het boek 'Eierhal Nijkerk, sprekend monument'. Gerard van den Tweel, die zelf van 1974 tot 1995 eigenaar van het monument was, kwam al in het gebouw toen het nog voor de eierhandel werd gebruikt. ,,De prachtige taferelen van boeren die vanuit de wijde omtrek naar het Molenplein kwamen en hun waren daar op de markt kochten, de klederdrachten die toen nog gedragen werden en de manden met eieren'', mijmert de supermarktondernemer in het voorwoord. Daarmee is de toon gezet.

Dat de eierhal een roerige recente geschiedenis kent, is bij vrijwel alle Nijkerkers bekend. Ook in de beginjaren was het markante pand voer voor politieke en maatschappelijke discussie, blijkt uit het eerste hoofdstuk van het boek. De eerste eierhal, die in 1913 gebouwd werd, was geen lang leven beschoren. In oktober 1920 brandde het af, om vervolgens pas in 1927 herbouwd te worden. Discussie over de exacte locatie en verschijningsvorm zorgde er voor dat het, net als in de afgelopen twintig jaar, lang duurde voordat de eierhal, zoals Nijkerkers hem allemaal kennen, er uiteindelijk stond.

Na de uiteenzetting van de ontstaansgeschiedenis, is het woord aan een aantal Nijkerkers voor wie de eierhal, op wat voor manier dan ook, een rol heeft gespeeld in hun leven. Evert van Veldhuizen, Herman Kroon, Han Kooistra, Frans Poorter, A.F. Hof,  Aart van de Brink, Peter en Willy Klok, Harry Hamstra en Evert Buitenhuis vertellen persoonlijke herinneringen, waaruit duidelijk wordt dat de eierhal meer was dan alleen een hal waar eieren werden verhandeld. Van rommelmarkt tot sporthal en van concertzaal tot supermarkt. En tot een politiek hoofdpijndossier, dat in één van de hoofdstukken nauwkeurig wordt gereconstrueerd door Henk Brinkman, politiek verslaggever van de Stad Nijkerk.

Door de verhalen (en de foto's) van de Nijkerkers die aan het woord komen, komt het monument tot leven, en wordt duidelijk welke bijzondere rol het gebouw in het Nijkerk van de twintigste eeuw heeft gespeeld. Voor de 'oudere' Nijkerkers zal 'Eierhal Nijkerk, sprekend monument' vooral een feest van herkenning zijn, voor de iets jongere Nijkerker een onontgonnen stukje lokale geschiedenis. Hoe dan ook, de verhalen in het boek veranderen de blik op het gebouw, waar nu kledingwinkel C&A huist, voorgoed.

Eierhal Nijkerk; sprekend monument.  Nijkerk, Stcihting Stadsgezicht Nijkerk, 2015. € 14,95. Te koop in de Nijkerkse boekhandels en bij de Stichting Stadgezicht (Edward  van der Kaaij, Van Reenenpark 3).

 

Nieuwe bestemming voor machinefabriek ten Zijthoff in Deventer

$
0
0

 

stadsbrouwerij-DAVO-Bieren

Op dinsdag 5 april a.s. om 20.00 uur organiseert architectuurcentrum ''het Rondeel'' in Deventer een bezoek aan het voormalige Ten Zijthoff-pand aan de Sluisstraat 6 in Deventer. Dit industriële monument wordt op 8 april officieel in gebruik genomen als stadsbrouwerij en proeflokaal door DAVO Bieren.


Voorjaarssymposium ''Industrie in Noord-Limburg'', Venlo 28-4

$
0
0
Herschaalde kopie van Tegelen Tegulafabriek ca 

 Tegelen: keramische fabriek ''Tegula'', ca. 1950

   

 

Aan alle belangstellenden,                                                                          

Op donderdag 28 april organiseren de Kring Venlo van het LGOG en de Commissie Ondernemers en Ondernemingen in Limburg (COOL) van SHCL en LGOG samen een symposium over clustervorming in de Noord-Limburgse industrie. Tijdens het Symposium zal ook de website van COOL officieel gelanceerd worden. Het symposium wordt gehouden op donderdadg 28 april, van 13.30-17.30, locatie: Limburgs Museum, Keulsepoort 5 Venlo.

Eind vorige eeuw publiceerde Michael Porter, geïnspireerd door Silicon Valley, een gezaghebbend artikel in Harvard Business Review over het belang en de betekenis van economische clusters.

 

In de economische geschiedenis zijn tal van voorbeelden bekend van dergelijke clusters, lang voordat Silicon Valley ontstond.

In Limburg is zowel in de grofkeramische industrie als in de metaalindustrie in de periode 1850 – 1960 sprake geweest van dergelijke economische clusters. Met name ondernemersfamilies uit Tegelen en Venlo hebben daarbij een belangrijke rol gespeeld. De sprekers Marcel Dings, Willem Kurstjens, Sef Derkx en Wim Didriëns hebben nieuw onderzoek verricht op dit gebied en zullen daarover rapporteren.      

Programma

13.00   Ontvangst met koffie, thee

13.30   Opening en Inleiding                                                            Prof. Ernst Homburg

13.45   Gieterij- en Metaalindustrie                                                  Drs. Willem Kurstjens

14.30   Grof-keramische industrie                                                    Drs. Marcel Dings

15.15   Intermezzo:     Brouwerijen in en rond Venlo                       Sef Derkx

15.30   Pauze met koffie/thee en vlaai

16.00   De Venlose elite en hun bedrijven in de 19e eeuw               Wim Didriëns

16.30   Afsluiting en discussie                                                          Drs. Jos Peeters

Tot 17.00 uur: korte blik in het museum, daarna borrel in Museumcafé     

 Voor de deelname aan dit symposium vragen wij LGOG-leden een bijdrage van € 5 en niet-leden een bijdrage van € 10 te storten op bankrekening NL28INGB0002890213 ten name van LGOG Kring Venlo onder vermelding van: "Symposium COOL". Aanmelden kan uiterlijk tot 25 april bij de penningmeester van het LGOG, Gerard Driessen, email gmjdriessen@home.nl (voorkeur) of telefonisch (tussen 19.00 en 20.00 uur) 077 3828347. Plaatsing op de deelnemerslijst geschiedt in volgorde van betaling.

 

 

expositie ''de bouw van stoomgemaal de Cruquius 1846-1849''

$
0
0

 

 

cruq

 

Vanaf heden kun je in de Waterschapszaal van Museum De Cruquius een nieuwe tentoonstelling bewonderen: “Bouw van het stoomgemaal De Cruquius van 1846-1849 – in een achttal facetten”. De tentoonstelling bestaat uit bouwtekeningen van het bijzondere stoomgemaal en is samengesteld in het kader van het “Europees Jaar van het Industrieel en Technisch erfgoed”. U kunt de bouwtekeningen bekijken tot 11 januari 2016.

Koning Willem I wilde Nederland op de kaart zetten met de droogmaking van het Haarlemmermeer. Hiertoe werden halverwege de negentiende eeuw drie stoomgemalen gebouwd. De gemalen kregen de namen van beroemde waterstaatkundigen: Leeghwater, Lijnden en Cruquius. Met hun neogotische elementen, zoals kantelen, steunberen, spitsbogen en rijk geornamenteerd traceerwerk, de fraaie gietijzeren elementen in de machinekamer, en uiteraard de enorme stoommachine zelf met de balansarmen en pompen, waren de drie gemalen ware kathedralen van techniek.

Deze tentoonstelling geeft, in een achttal facetten, een goed beeld van de bouw van het stoomgemaal De Cruquius van 1846 tot 1849. Deze facetten zijn onder andere: Bouw en woonvoorziening, Heiwerk, Dennenvloer, Stortvloer en watergangen.

Aankondiging sloop Ijsselcentrale Zwolle

$
0
0

Zwolle Harculo

De IJsselcentrale in Zwolle - ook bekend als de Harculo-centrale - staat op de nominatie om te worden gesloopt. Gedeputeerde Staten van Overijssel hebben daar een vergunning voor afgegeven. De sloopt begint dit jaar. „Als alles meezit willen we na de zomer beginnen”, vertelt woordvoerder Michael Verheul van Engie Energie Nederland, de huidige eigenaar van het complex..

De vergunning is verleend voor de periode van de start van de sloop tot en met 31 december 2018. Die tijd heeft eigenaar Engie Energie ook nodig voor de sloop. Verheul: „We verwachten dat de sloop twee tot tweeënhalf jaar gaat duren. De centrale is een complex gebouw, het wordt per onderdeel afgebroken en gesloopt en dat heeft tijd nodig.”
 
In het natuurgebied rondom de centrale vertoeven onder meer de Kwartelkoning en de IJsvogel. Het omtrekken van de ketels en het opblazen van de schoorstenen is dan ook niet toegestaan in het broedseizoen, van half maart tot half oktober. Volgens Verheul loopt de sloop daardoor geen extra vertraging op.
 
De rol van de IJsselcentrale is al langere tijd beperkt. Volgens de woordvoerder van Engie Energie is de rol van de centrale op het moment ‘nul’. „De centrale staat uit. Er gebeurt momenteel niks als het gaat om stroomopwekking, behalve dan van het zonnepark op het terrein.” Eerder maakte het bedrijf al bekend complete sluiting en sanering van de centrale in Zwolle niet uit te sluiten. De Ijsselcentrale (officieel geheten ''Centrale harculo'') is een van de oudste nog bestaande elektriciteitscentrales van ons land. De centrale werd in 1955 gebouwd in de uiterwaarden bij de rivier de Ijssel, waarbij zelfs een landschapsarchitect werd ingeschakeld, voor die tijd een unicum. De centrale, die meermalen werd uitgebreid, werd opgetrokken in een strakke uniforme bouwstijl, waarbij gebruik werd gemaakt van prefab-betonpanelen, gefabriceerd door Schokbeton.
De centrale werd de laatste jaren nauwelijks nog gebruikt. Het complex staat niet op de rijks- of gemeentelijke monumentenlijst

FIEN Jaarvergadering/excursie Heerlen-Kerkrade, 28 mei

$
0
0

Herschaalde kopie van Heerlen ON-1 schachtgebouw 

Heerlen, Mijnmuseum (foto Marcel Overbeek, 2014)

 

Op zaterdag 28 mei aanstaande organiseert de Federatie Industrieel Erfgoed Nederland (FIEN) haar jaarvergadering in Heerlen / Kerkrade. 

Wij vergaderen in het Nederlands Mijnmuseum dat is gehuisvest in het schachtgebouw van "schacht II" van de voormalige Oranje-Nassau mijn I. Dit museum is direct gelegen naast het NS station Heerlen. Het bestuur van FIEN nodigt u daarom van harte uit om deel te nemen aan deze dag.

Het programma ziet er als volgt uit.

10.00 – 10.30 Ontvangst met koffie / thee in het Mijnmuseum aan het Mijnmuseumpad 2, Heerlen. Tevens mogelijkheid om het museum te bekijken

10.30 – 12.00 FIEN vergadering

1. Opening

2. Voor de vergadering van de Raad van Aangeslotenen ingekomen stukken

3. Vaststellen verslag van de vergadering van de Raad van Aangeslotenen d.d. 30 mei 2015 in Utrecht

4. Jaarverslag van de secretaris over 2015

5. Jaarverslag van de penningmeester over 2015

6. Verslag van de kascommissie

7. Decharge van de Penningmeester

8. Begroting voor 2017

9. Benoeming leden kascommissie 2016

10. Benoeming nieuwe bestuursleden

11. Nieuwe AO’s en nieuws uit de AO’s

12. Programma voor 2016 en verder

13. Rondvraag

14. Sluiting formeel deel vergadering

 Korte introductie over het Nederlands mijnmuseum.

12.00 – 13.00 Lunch en tevens gelegenheid om het museum te bekijken

De Federatie Industrieel Erfgoed Nederland is opgericht in 1984. Inmiddels is het aantal organisaties dat zich in de federatie heeft verenigd opgelopen tot boven de vijftig. Binnen dit heterogene, maar enthousiaste, gezelschap bevinden zich lokale en regionale organisaties die zich op een bepaalde stad of een bepaalde streek richten, maar ook categoriale, die zich richten op gemalen, watertorens, schepen, trams etc. Voor de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed is FIEN hèt platform voor het vrijwilligersveld dat zich bezighoudt met Industrieel Erfgoed in de breedste zin.

U kunt zich aanmelden voor de jaarvergadering via  secretaris@industrieel-erfgoed.nl"  of via  g.r.deweger@wxs.nl , daarbij aangevend met hoeveel personenen u komt.

.

De vergaderstukken ontvangt u zo'n twee weken voor de vergadering

expositie ''de bouw van stoomgemaal de Cruquius 1846-1849''

$
0
0

 

 

cruq

 

Vanaf heden kun je in de Waterschapszaal van Museum De Cruquius een nieuwe tentoonstelling bewonderen: “Bouw van het stoomgemaal De Cruquius van 1846-1849 – in een achttal facetten”. De tentoonstelling bestaat uit bouwtekeningen van het bijzondere stoomgemaal en is samengesteld in het kader van het “Europees Jaar van het Industrieel en Technisch erfgoed”. U kunt de bouwtekeningen bekijken tot 11 januari 2016.

Koning Willem I wilde Nederland op de kaart zetten met de droogmaking van het Haarlemmermeer. Hiertoe werden halverwege de negentiende eeuw drie stoomgemalen gebouwd. De gemalen kregen de namen van beroemde waterstaatkundigen: Leeghwater, Lijnden en Cruquius. Met hun neogotische elementen, zoals kantelen, steunberen, spitsbogen en rijk geornamenteerd traceerwerk, de fraaie gietijzeren elementen in de machinekamer, en uiteraard de enorme stoommachine zelf met de balansarmen en pompen, waren de drie gemalen ware kathedralen van techniek.

Deze tentoonstelling geeft, in een achttal facetten, een goed beeld van de bouw van het stoomgemaal De Cruquius van 1846 tot 1849. Deze facetten zijn onder andere: Bouw en woonvoorziening, Heiwerk, Dennenvloer, Stortvloer en watergangen.

Viewing all 238 articles
Browse latest View live